CME-Online 'Omgaan met antistolling - beleid en risico’s'
Let op: Het gaat hier om een abonnementsprijs met recht op maar liefst 25 accreditatiepunten aan zelf te kiezen nascholing. Antistollingstherapie past men in het algemeen toe ter behandeling en voorkoming van veneuze en arteriële trombose. Antistolling wordt vaak beschouwd als een moeilijk onderwerp. Antistollingsmedicijnen zijn weliswaar zeer effectief in het voorkomen van veneuze en arteriële trombose, ze gaan ook gepaard met een hoger...
Prijzen
Beroepen
Competenties
Omschrijving
INHOUDSOPGAVE
Module 1
Introductie
Hoe werkt de normale bloedstolling
Pathologische bloedstolling: het optreden van trombose
Farmacologie antistollingsmiddelen
Module 2
Indicaties voor antistolling
Diep veneuze trombose en longembolie
Atriumfibrilleren
Ischemisch CVA en TIA
Coronair lijden
Combinatietherapieën
Aandachtspunten
Slotwoord
Evaluatie
Eindtoets
Inleiding
Let op: Het gaat hier om een abonnementsprijs met recht op maar liefst 25 accreditatiepunten aan zelf te kiezen nascholing.
Antistollingstherapie past men in het algemeen toe ter behandeling en voorkoming van veneuze en arteriële trombose. Antistolling wordt vaak beschouwd als een moeilijk onderwerp. Antistollingsmedicijnen zijn weliswaar zeer effectief in het voorkomen van veneuze en arteriële trombose, ze gaan ook gepaard met een hoger bloedingsrisico. Daarom is een bewuste afweging van risico’s belangrijk, vooral ook bij combinaties. In deze cursus komt ten eerste de normale hemostase aan bod, daarna de pathofysiologische mechanismen van zowel veneuze als arteriële trombo-embolieën. Vervolgens wordt het antistollingsbeleid behandeld bij veelvoorkomende aandoeningen: bij diep veneuze trombose, atriumfibrilleren, het herseninfarct en coronair lijden. Tot slot wordt de zin en de onzin van combinaties van antistollingsmiddelen besproken.
Deze cursus bestaat uit twee modules en een eindtoets.
Leerdoelen
Na het volgen van deze cursus:
- kent u de wijze waarop veneuze (en arteriële) trombo-embolie ontstaat;
- kent u de farmacologie van antistollingsmiddelen;
- kent u de indicaties voor de toepassing van antitrombotica;
- kent u de zin en onzin van het combineren van antitrombotica;
- kunt u tijdens medicatiebeoordeling de rationale van de toegepaste antistolling beoordelen;
- kent u de risico’s van het gebruik van antitrombotica;
- kunt u patiënten goede voorlichting geven over het gebruik van antistollingsmiddelen en kunt u deze kwetsbare groep monitoren;
- kunt u bij deze patiëntengroep effectief samenwerken met andere hulpverleners in de eerste lijn.